Reizen langs de resten van het Romeinse Rijk

Waar precies de interesse vandaan kwam, herinner ik me niet meer. Maar op een of andere manier zijn de Romeinen me in de loop der jaren steeds meer gaan boeien. De eerste grote ruïnes zag ik op een schoolvakantie in Triër ergens rond 1968. Met een aantal HBS klassen trokken we een week door Duitsland, Frankrijk en België en we hadden meer last van onze hormonen dan gevoel voor cultuur. In een jeugdherberg in Colmar probeerde ik mijn eerste Frans uit op een paar mooie Françaises. Vaag herinner ik me de Porta Nigra en de Kaiserthermen in Triër; mijn eerste Romeinse gebouwen, maar er waren in die tijd ook zoveel interessante andere dingen.

Het was in het midden van de zeventiger jaren dat ik weer in het buitenland kwam. In Groningen had ik een paar jaar scheikunde gestudeerd. Ik kwam er weleens in het museum en bezocht er af en toe het theater waar ik vanuit het 'schellinkie' I Pagliacci van Leoncavallo en Cavalleria Rusticana van Mascagni opgevoerd zag. De zuidelijke emotie trof mij intens en ik had toen nog geen enkel vermoeden later nog eens uitgebreid van de mediterrane cultuur te mogen genieten. Het programma heb ik nog ergens liggen. Na deze eerste poging intellectueel wat verder te komen, ging ik in 1974 naar 's Hertogenbosch om er tuinbouw te studeren. Ik dook er opnieuw in het studentenleven, zij het wat wijzer geworden en dus niet zo heftig als in Groningen en ik ontmoette er mijn toekomstige vrouw. We besloten liftend naar Schotland te trekken en brachten eerst drie dagen in Londen door. In het Brits museum bewonderden we ademloos we de 'Elgin Marbles', de steen van Rosetta en talloze andere overblijfselen van de antieke wereld, die de Engelsen op hun archeologische rooftochten verzameld hadden.

Enkele jaren later trouwden we. In Den Haag, waar we beiden werkten, hadden we geen auto maar twee mooie sportfietsen. We besloten onze huwelijkreis op de fiets door te brengen. Op die eerste tocht van Saint Etiënne naar Arles zagen we voor eerst op grote schaal restanten van het Romeinse rijk in Orange en Arles. We hebben uiteindelijk vijf van dergelijke fietstochten door Frankrijk gemaakt, een volledige 'Tour de France' maar dan in vijf jaar. Steevast bekeken we op die tochten de overblijfselen van deze grote cultuur.

In 1987 hadden we een reis naar de VS gepland. Ik had inmiddels een andere baan aan de andere kant van het land gevonden. We kochten voor Haagse begrippen een groot huis aan de rand van het centrum in een Limburgse stadje. We wilden heel graag kinderen en het ging sneller dan we verwacht hadden. De VS werd niks, maar zes dagen Rome maakte enorm veel goed. We hadden er een prachtig hotel, niet zover van Station Terminus en bezochten alle mooie plekken. Het eten was er geweldig en de temperatuur in mei is er uiterst aangenaam. Kort na onze verhuizing naar Roermond werd in oktober 1987 onze zoon geboren en anderhalf jaar later onze dochter.

Met de kinderen brak een nieuwe tijd aan en ontstonden er nieuwe bestemmingen: België, Duitsland, Frankrijk en Italië. Af en toe kampeerden we, maar meestal huurden we ergens een vakantiehuis bij particulieren. Eerst verkenden we België, Luxemburg en Duitsland. Twee keer bezochten we Triër met de kinderen. Triër is de meest indrukwekkende Romeinse nederzetting ten noorden van de alpen. Tweeduizend jaar geschiedenis is er in het straatbeeld overduidelijk aanwezig met als hoogtepunten de Porta Nigra en de Kaiserthermen.

Toen ze wat ouder waren verlegden we onze grenzen. We brachten vier vakanties in Bretagne door. De Romeinen zelf zijn er niet zo manifest aanwezig, de Kelten des te meer. Het is een land van hunebedden, stenenrijen en menhirs, die geheimzinnige riten doen vermoeden. Een prachtige bestemming voor een gezin met jonge kinderen. Overal oude monumenten en altijd een klein intiem strand dichtbij. We waren op een keer ergens aan de noordkust in de buurt van Tréguier. We hadden er een huisje gehuurd bij een particulier. Op de dag van aankomst werden we gastvrij ontvangen en kregen naast de sleutel meteen een paar flessen eigen gemaakte cider. De inrichting van die Franse vakantiehuizen is altijd eenvoudig; minstens 5 oestermessen, een drietal flesopeners en rond de tafel staan standaard vijf verschillende stoelen. Typische Hollandse keukenattributen als kaasschaaf en vergiet ontbreken standaard, maar de gastvrijheid van de verhuurder doet dat snel vergeten. Op de laatste zondag werden we uitgenodigd bij de gastheer om de borg te verrekenen met het restant van de huur. Je maakt je als Hollander van te voren natuurlijk wel wat zorgen. Gaan ze de oestermessen tellen of niet? Uiteindelijk bleek de ontvangst thuis het belangrijkst te zijn. En ze maakten er werk van. We werden in de salon ontvangen met borrelhapjes en drank; een heel gezellige middag en een goede gelegenheid om ons Frans nog eens uit te proberen.

Toch vond we zuidelijk van Quimper in het plaatsje Saint-Guénolé een prachtig prehistorische museum. Het is een traditionele en klein museum met klassieke houten vitrines. De collectie is de belangrijkste van Frankrijk na die van Saint-Germain-en-Laye. Er liggen talloze mooie vondsten uit de Gallische en Romeinse perioden.

Na Bretagne zochten we Toscane op. Toevallig vonden we een reisbureau in Maastricht, dat in huizen en appartementen op landgoederen bemiddelde. Het bleek een vondst te zijn. De eerste keer brachten we zuidelijk van Siënna door op een middeleeuwse hoeve in La Fratta. Dante Alighieri vermeldt de toenmalige eigenaar Ghin di Tacco in de zesde zang van het vagevuur uit zijn divina commedia. Voorwaar geen goede referentie, omdat Ghin di Tacco ook behoorde tot de Gibellijnse partij, die weinig ophad met Dante zelf. Een paar jaar later zaten we wat noorderlijker. We hadden op een berg een huisje gehuurd en de eigenaar vroeg me of ik interesse had om zijn bibliotheek te zien. Hij sprak goed Frans en omdat ik niet verder kwam dat wat snelweg-italiaans (in casa di nebia cinquanta) vonden we elkaar in die taal. Het bleek de grootste particuliere bibliotheek van Italië te zijn. Hij liet me de hele encyclopedie van Diderot zien en talloze andere kostbare werken. Na een paar uur namen we afscheid en viel me bij de uitgang een menukaart met tafelschikking op. Hij zag dat ik ernaar keek en vertelde dat dit memorabilia waren van een pauselijk bezoek.Deze was op weg naar Parijs om Napoleon tot keizer te kronen en had op zijn voorouderlijk landgoed overnacht. Nu verzamel ik oude reisgidsen en ik gaf hem een oude Baedeker van de streek als afscheidsgeschenk. Het idee dat mijn eigen Baedeker in de buurt van al die bijzonder boeken staat, heeft iets magisch en houdt de herinnering aan die vakantie levend. Toscane zelf staat uiteraard bol van dat oude Romeinse rijk. Op talloze plekken vonden we amphitheaters, villae en uitgegraven stadjes. Ook hun voorgangers de Etrusken hebben we er kunnen bewonderen om hun kunst en cultuur.

In 2006 was ik 25 jaar in overheidsdienst. De staat deelt dan je jaarsalaris door 24 en dat bedrag krijg je belastingvrij in handen en als je wilt krijg je er een officiëe receptie bij. Op dergelijke partijen is het gebruikelijk je doopceel te lichten. Omdat ik niet van die vleierij houdt, als was het alleen omdat er miljoenen anderen zijn die grotere daden dan 25 jaar overheidsdienst hebben verricht, liet dat laatste maar aan mij voorbij gaan. De gratificatie zelf hebben we besteed aan een lang bezoek aan Rome. Onze kinderen gingen voor de laatste keer mee op vakantie. Daarmee was de cirkel rond. Na zoveel jaren waren we eindelijk in de bakermat van het rijk. Tien dagen hebben we er rond gezworfen; langs de verschillende keizerlijke fora, langs de Via Appia, in musea en op pleinen. Rome heet de eeuwige stad te zijn en met recht.

De volgende jaren gingen we weer met z'n tweeën op pad; Kroatië, Italië en Portugal. Absoluut hoogtepunt was ons bezoek aan Pompeï. Pas dan vallen alle puzzlestukjes in elkaar. Alles staat er immers nog. Geen fragmenten in een postmoderne stad, maar een compleet beeld van het Romeinse alledaagse leven.

Sicilië is een echte aanrader. Het was een knooppunt op alle klassieke handelsroutes. Vooral de Grieken hebben hun sporen achtergelaten met hun talloze tempels, die verspreid over het eiland staan.

In 2010 bezocht ik Engeland tweemaal. Onverwacht bleek Engeland prachtige opgravingen en Romeinse monumenten te hebben. Bath was werkelijk schitterend met zijn gerestaureerde badhuis en in juli van jaar wandelde ik langs de muur van Hadrianus. Het noordelijkste stukje van het Rijk was één van de grootste verrassingen op dit gebied.

Spanje hadden we beiden nauwelijks gezien en zeker het binnenland niet. In 2013 bezochten we vroeg in de zomer Segovia, Merida en Las Medulas. Spanje heeft een overvloed aan overblijselen uit het Rijk. De romeinse ingenieurs hebben er ware huzarenstukjes uitgehaald. Bij Merida liggen twee aquaducten die water uit stuwmeren naar de stad voerden. Die stuwmeren zijn er nog. Merida heeft een van de mooiste musea met prachtige mozaïeken. Segovia heeft zonder twijfel de mooiste waterleiding die ik ooit gezien heb. Die is bijna geheel intact. In Las Medulas hebben de Romeinen een volledige berg laten instorten en de resten gewassen om het goud eruit te halen.

Datzelfde jaar brachten we een kort bezoek aan Bretagne. Veel hebben de Romeinen er niet achtergelaten, maar vlakbij Dinan vonden we in Corseul een Romeinse stadsweg met aan weerszijden de resten van winkeltjes en een basilica

Juni 2014 brachtten we enkele dagen in Napels door. Het nationale archeologische museum heeft de mooiste collectie aan Romeinse oudheden. We vervolgden onze reis meer naar het zuiden waar we een drietal Griekse kolonies - Gnatia, Paestum en Elea - bezochten. En niet te vergeten we vergaapten ons aan de schoonheid van Herculaneum.

Verantwoording

Deze site bestaat uit een verzameling foto's, die op eigen vakanties gemaakt zijn, met uitzondering van de oude ansicht van het Romeinse forum in Arles. Voor de teksten is gebruik gemaakt van de literatuur, die in de literatuurlijst is opgenomen. Letterlijke citaten zijn tussen dubbele haakjes gezet zonder preciese verwijzing naar de vindplaats om de teksten leesbaar te houden.

Ook bevat de site uit een aantal artikelen over de antieke landbouw. Naast deze artikel zijn foto's geplaats die in verschillende musea gemaakt zijn. Zo zijn er voorwerpen uit te zien uit het Gallo-Romeins museum (Tongeren), het Brits Museum (Londen) en het Roman Bath Museum (Bath).

Voor de kaart op de eerste pagina is gebruik gemaakt van de Schulatlas zur Geschichte des Altertums van dr. Wilhelm Sieglin. Deze atlas is in 1907 uitgegeven door Justus Perthes uit Gotha.

De tekening van de Romeinse soldaat op de achtergrond komt uit de verzameling van Karen Hatzigeorgiou. Op haar website heeft zij een reeks van oude afbeeldingen uit de literatuur verzameld, waarop geen copyright meer bestaat.

Het copyright van deze website berust bij de maker. Maakt u gebruik van deze website of maakt u in uw eigen website een verwijzing naar deze, dan is het voldoende daarvan een berichtje achter te laten in het gastenboek. Van het gastenboek kunt u ook gebruik maken voor opmerkingen en correcties. Al uw reacties worden zeer op prijs gesteld.

Content © Sierd de Jong - Fotografie Margriet Stemerding - Webdesign © Bastiaan de Jong    Site Meter