PompeiiRomeinse plaatsen > Italia > Pompeii |
|
Pompeii is heel bijzonder. We waren er met zijn tweeën in 2007. Na ongeveer dertig reizen in Europa langs allerlei Romeinse sites viel alles in elkaar. Je reist vanuit de heuvels naar Pompeii; de opgraving zelf kun je niet missen. Net buiten de opgraving staan allerlei Italianen wild te gebaren om de auto op de eigen bewaakte parkeerplaats te krijgen. Je koopt een kaartje en massaal sjok je een brug over in de opgraving zelf te komen. Het is een zeldzame cultuurschok. Pompeii is op één of andere manier heel gewoon en niet afwijkend van de andere toeristische plaatsen die we bezochten op onze reizen. Alles is er, alles staat er nog, maar toch. Er zijn geen obers, die je het restaurant in willen praten, de souvenirwinkels zijn leeg en de bakker om de hoek staat ook niet achter zijn toonbank. En aan dat alles kwam in één klap een einde toen op 24 augustus 79 na Christus de vulkaan Vesuvius ontplofte en de stad bedekte met een dikke laag as bedekte. Die gebeurtenis is goed gedocumenteerd in een brief van Plinius de Jongere aan Tacitus. Diens oom - de encyclopedist Plinius de Oudere - liet tijdens de uitbarsting zijn leven. Het sinistere van Pompeii is dat de hele infrastructuur van een stadje bijna volledig intact uitgegraven is, maar dat die tegelijkertijd geen enkel doel meer dient. Je verwacht ieder moment voorbij de volgende straat de drukte, die ieder hedendaags stadje kenmerkt. Maar elke keer wordt je teleurgesteld en tegelijkertijd wordt je tweeduizend jaar terug gebracht. Pompeii is een tijdmachine, die zelf bewijst niet te kunnen bestaan. Pompeii is werkelijk paradoxaal. Pompeii was een stad van ongeveer vijfenzestig hectare, dat in de zesde eeuw voor Christus is gesticht. De stad groeide onder de Romeinen uit tot een welvarende stad waar er alle beroepen uitgeoefend werden, die we ook in een modern stadje tegen komen. Het had een volwassen infrastructuur. Er waren architecten, bakkers, bankiers, koetsiers, kussenverkopers, lupineverkopers, pasteibakkers, prostituees, schilders, schrijvers, timmerlieden, wijnhandelaren, wevers en vissers. En overal zijn winkels met toonbanken. Die toonbanken hebben vaak halfronde uithollingen, waarin bereid voedsel te koop werd aangeboden. In Pompeii zijn geen echte wijken waar verschillende sociale klassen woonden. Rijken en armen woonden naast bij elkaar. De rijken leefden uiteraard heel luxueus in een gebouw met verschillende kamers, een peristilium en stromend water, terwijl de armen in een huis woonden van veel kleinere afmetingen met hooguit twee vertrekken zonder ramen en als het kon lijden met een verdieping. Pompeii heeft zoals alle Romeinse steden een rechthoekige structuur. De stadsdelen, die zo ontstonden, werden insulae genoemd. De detailhandel in het Romeinse rijk was goed ontwikkeld. In Pompeii zijn de winkels waar brood en vis verkocht nog bijna volledig intact. De oven van de bakkerij in het centrum van Pompeii kan zo opnieuw gebruikt worden, net als de molenstenen waarin men het graan maalde. In het Nationaal Museum van Napels zijn geconserveerde broden te bezichtigen. Ze lijken wat op onze hedendaagse Turkse broden, maar zijn iets kleiner. De Romeinen waren verder vooral viseters. In Pompeii zijn talloze opschriften (graffiti) gevonden die wijzen op grote consumptie van makreel, die ook gebruikt werd om saus van te maken. In Pompeii zijn verschillende amforen gevonden met opschriften. Op deze "etiketten" staat bijvoorbeeld 'Heerlijke makreelsaus uit de werkplaats van Aulus Umbricus Abascantus' of 'Fijne vispuree van Aulus Umbricus Scaurus'. De Romeinen gebruikten ook veel kruiden, die ze uit verre landen importeerden. Kruiden werden gebruikt om maaltijden te bereiden, om parfums van te maken, om wijn te kruiden, als medicijn en als vergift om rivalen - zij het in de liefde, zij het in de politiek - om te brengen. We hebben soms een idyllisch beeld van de Romeinse samenleving, maar ze was soms ook wreed. De moord als dood was onderdeel van het dagelijks bestaan en dat doet ons verwonderen hoe noties als liefde en medeleven - dat een onontbeerlijk bestanddeel van ons leven in het derde millennium lijkt te zijn - daarmee in overeenstemming gebracht konden worden.Er is een gebouwtje in Pompeii waar toeristen in de rij staan om te bezichtigen. Giechelend staan Amerikanen, Japanners en Russen in een klein steegje om het plaatselijke bordeel te bekijken. Het is simpel ingericht met een aantal nissen waarin de hitsige Romein zich met een publieke vrouw kon terug trekken. Op de wanden zijn erotische taferelen aangebracht. Naast het bordeel is een klein badhuis waarin de Pompeiiaanse hoerenloper zich kon reinigen. De watervoorziening in Pompeii was goed geregeld. Op veel straathoeken zijn publieke fonteintjes, waar burgers, die geen privé-aansluiting hadden, hun water konden halen. Deze fonteintjes zijn veelal getooid met een Hermes kopje. De loden waterleidingen zijn op enkele plaatsen zichtbaar. Link: Pompeii |
Content © Sierd de Jong - Fotografie Margriet Stemerding - Webdesign © Bastiaan de Jong