Aquae SulisRomeinse plaatsen > Brittania > Aquae Sulis |
|
In Engeland ben ik verschillende keren - zowel zakelijk als privé - geweest. De Britten hebben een goed gevoel voor humor, die me bijzonder aanspreekt. Ze weten het gewone leven op een bepaalde manier te relativeren zonder de ernst ervan te onderschatten. In een pub, met zijn specifieke gewoonten, word je onmiddellijk opgenomen en het leven op de Britse eilanden is er bepaald relaxter dan op het continent. De Romeinen hebben er 400 jaar geheerst en op verschillende plekken kom je de resten van hun beschaving tegen.
Voor de Romeinen was Brittania zeker niet onbelangrijk. Ze wonnen er tin, lood en goud. Maar ook in strategisch opzicht was de verovering van Brittania van grote betekenis. Brittania vormde een dam tegen invallen van Noorse volken. zoals de Picten en Noormannen. Maar ook aan de lokale stammen hadden de Romeinen hun handen vol. Heel Brittania is vergeven van de forten. Alleen in Noord-Engeland moeten er honderden geweest zijn.
Bath of Aquae Sulis is waarschijnlijk gesticht in 43 na Christus door het Romeinse leger, dat er onder de eerste gouverneur van Brittania Aulius Plautus (43 - 47) een weg begon aan te leggen: de Fosse weg van Exeter naar Lincoln. Mogelijk was in Bath een wapenfabriek (fabrica) gevestigd van het XX legioen Valeria Victrix. Men heeft er namelijk een grafsteen gevonden van ene Julius Vitalis. Deze was wapenmaker in dat legioen en is na negen jaar trouwe dienst gestorven. Eén tempel was gebouwd ergens rond de jaren zestig van de eerste eeuw in Korintische stijl en gewijd aan Sulis Minerva. Sulis was een plaatselijke godin, die geromaniseerd werd tot Minerva. Men heeft grote delen van het pediment van de tempel terug gevonden. Centraal op het pediment was een Gorgonenhoofd geplaatst. Slachtoffers van diefstal lieten bijvoorbeeld een vloek op een loden plaatje graveren in de hoop het gestolen voorwerp terug te krijgen. Diefstal in een publiek badhuis was aan de orde van dag. Men richtte zich dan tot Sulis Minerva. Zo is de volgende vloek van ene Solinus gevonden. "Solinus tot de godin Sulis Minerva. Ik geef aan uw goddelijkheid en majesteit [mijn] badjas en mantel. Sta geen slaap of gezondheid toe aan hem die mij verkeerd heeft gedaan, hetzij man of vrouw, hetzij slaaf of vrij tenzij hij zich openbaart en brengt die goederen naar je tempel." In de vloek werden de gestolen uiteraard symbolisch aan de godin geschonken. Soms werden zelfs de namen van de dieven genoemd zoals blijkt uit de volgende vloek. "Ik heb de godin Sulis de zes zilveren munten gegeven die ik verloren heb, het is aan de godin om ze te vragen aan de hand van de volgende namen: Senicianus en Saturnus en Anniola." Of men wenste de daders zeer specifieke kwalen toe. "Docimedis heeft twee handschoenen verloren en vraagt dat de verantwoordelijke dieven hun verstand en ogen in de tempel van de god verliezen." De vervloekingen - ruim 130 in aantal - zijn naast de tabletten van Vindolanda de belangrijkste bron voor het leven van de gewone man in dit deel van het Romeinse Rijk. De grote trekpleister was desondanks het Romeinse badhuis. Dit is gebouwd rond een warme bron en heeft alle ruimten die in een Romeins badhuis gebruikelijk zijn. Het badhuis werd gebruikt door gepensioneerde soldaten, die hier van hun oude dag genoten en door toeristen die er kwamen voor de geneeskrachtige baden. Bath kan de plaats geweest zijn van de Slag bij Badon, waarvan gezegd wordt dat Koning Arthus er rond 500 de Angelsaksen versloeg. Feit is dat de Saksen uiteindelijk in 577 de stad veroverden. Karl Baedeker vermeldt in zijn reisgids Great Britain (1901) het romeinse bad. De Ward, Lock & Co (1912) 'Bath, Cheddar, Wells, Glastonbury' bevat zeventig prachtige foto's uit het begin van de negentiende eeuw. Het romeinse bad heeft uiteraard een prominente plaats in deze gids. Link: Aquae Sulis |
Content © Sierd de Jong - Fotografie Margriet Stemerding - Webdesign © Bastiaan de Jong